Natuur in de wereldreligies

Jodendom

Jahweh heeft de natuur gegeven aan de mensen volgens het jodendom. Het is dan ook de bedoeling dat de mens er goed mee omgaat, want wie de natuur kapot maakt, maakt ook God kapot. Bovendien zullen er na hun ook geen mensen meer zijn die de natuur nog kunnen herstellen.

Er zijn heel wat joodse organisaties die de mensen dichter bij de natuur wil brengen en voeden bewust kinderen op met de natuur. De natuur is niet alleen positief. God kan het namelijk ook gebruiken om mensen te straffen. Een voorbeeld hiervan is dat God 10 plagen aan de Egypteraren  gaf. Hij maakte namelijk een rivier zo onleefbaar dat alle vissen stierven en de Egyptenaren honger leden. Dit deed Hij omdat de Egyptenaren de joden gebruikten als slaven.

Sommigen joden denken nu zelf dat de huidige milieuvervuiling een straf is van God.

Islam

Bij de islam is het Turkse Tema die er voor zorgt dat de Turken zich bewust zijn met de natuur. Het Tema is gebaseerd op het heilige boek van de islam: de Koran. Er is ook een soera die beschrijft dat alle planten en bomen de eer van Allah zingen.

Een goede moslim is iemand die zich verantwoordelijk gedraagt naar zijn omgeving. Wie er voor zorgt dat een medewezen uitsterft, zal achteraf een verantwoording moeten aflegging. Mohammed was de eerste stichter van een natuurreservaat. Hij zorgde er namelijk voor dat rond Mekka een reservaat stelde waar geen bomen gekapt mochten worden. Hij stelde zelf speciaal wachters aan om toezicht te houden dat iemand nog maar  een poging deed om iets te doen rond die bomen.


                                                                          Boeddhisme

Boeddhisten zien de aarde als en levend wezen die voor ons zorgt. De aarde geeft ons namelijk een plek om te leven en wat daarbij allemaal nodig is. Als de mensheid goed samenwerkt, dan is Moeder Aarde gezond. Is dit niet zo? Dan is Moeder Aarde ziek en kan dat de ondergang betekenen.

Boeddhisten vinden dat ze zelf een onderdeel van de natuur zijn. Mensen, dieren en platen zijn slechts draadjes in het web van het leven. Als één van die draden kapot gemaakt of vernietigd wordt dan heeft de hele samenleving daar gevolgen van. Jouw draadje is namelijk afhankelijk van de andere. We vernielen het evenwicht en de harmonie niet alleen in het web, maar uiteindelijk ook in onszelf.

De mensen moeten inzicht hebben in de relaties tussen mens, dier en plant en alle andere levende wezens. De mens kan en mag zich niet gedragen alsof de wereld alleen van hen is en ermee doen wat hij wil.

Volgens het boeddhisme zijn we slechts op bezoek. Daarom moeten we de natuur met respect behandelen. Wie dat niet doet, gaat in tegen het boeddhisme.


   Hindoeïsme

In het hindoeïsme gaat het niet om één heilig boek, maar om verschillende. De oudste daarvan zijn de Veda’s, waar verhalen van onder meer God, de natuur, het heelal, hoe je moet leven en geneeskund in staan. Er staan geen regels of wetten in.

Hetgeen wat alle hindoes binden, is de manier waarop ze naar de natuur kijken. Ze geloven in alle goddelijke wezens en hebben een groot respect voor de natuur. Sommigen van hen geloven dat de natuur een ziel heeft. Hindoes eten geen vlees omdat ze vinden dat je andere wezens geen pijn moogt doen, ook niet voor voedselvoorziening. Het symbool voor respect voor de natuur is de koe. Koeien zijn dan ook heel heilig voor hen.

De Ahinsaleer is de leer die zegt dat mensen geen geweld mogen gebruiken. Dit geldt ook tegenover dieren, planten, natuur, milieu,.. Volgens het hindoeïsme is het ook de plicht dat de mens altijd bezig is met verrichten van goede, eerlijke en oprechte daden. Daar genieten alle levende wezen op de aarde van.

                                                                         Christendom

Ook hier is de natuur een belangrijk aspect. Het was namelijk een onderdeel van de schepping van God. De mens werd als laatste geschapen omdat hij deze schepping goed zou onderhouden. Volgens de Bijbel is de mens verantwoordelijk over de natuur en de dieren. De mens mag niets vernietigen.
De mens is geen eigenaar van de aarde en mag die dan ook niet uitbuiten. Hij moet er goed voor zorgen omdat er na hem nog mensen op de aarde komen. De mens bezit de aarde niet, maar leent die van God.

God nam de mens en plaatste die in de hof van Eden. Eden betekent het paradijs. De mens mag die dan ook bewerken en bewaren, zo staat het in het heilige boek, de Bijbel.
Voor veel christenen is de natuur dan ook het bewijs voor het bestaan van God. Het kan niet ontstaan zijn uit de oerknal want daar is het veel te prachtig voor. Wie de natuur beschadigt, verwaarloost de schepping.


Waar sta ik? 

Zelf ben ik een christen, maar zo voel ik me niet tegenover de natuur. Mijn voorkeur gaat dan eerder uit naar het boeddhisme. Ik vind het ook wel degelijk zo dat alles met elkaar te maken heeft, mens, dier en plant. Schaadt je het ene, dan schaadt je het andere. Om even een voorbeeld te geven: als je planten of grassen vernietigt, dan kunnen bepaalde diersoorten niet meer eten en sterven sommige plantensoorten uit. Waar ik ook wel mee akkoord ga is dat wij slechts op bezoek zijn en eigenlijk is dat ook zo. De aarde leeft langer dan dat wij zullen leven. Begrijp me niet verkeerd ik ben en blijf christen en ben daar tevreden mee, maar op vlak van natuur begrijp ik eerder het boeddhisme.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten